IV Verborgen boodschappen

Twee voorbeelden van verborgen boodschappen

De vier 'auteurs' schreven voor een publiek dat moest geloven dat Jezus uit de dood was opgestaan. Joseph Atwill toonde echter aan dat zij aanwijzingen stopten in de teksten, waaruit blijkt dat ze zelf daarin niet geloofden. De vrouwen in de versies van Mattheus, Markus en Lucas die engelen in het graf zien, zien niets anders dan de discipelen die in de versie van Johannes het graf bezoeken. Dit wordt zichtbaar wanneer je de versies in combinatie met elkaar leest. Er zijn ook voorbeelden in de afzonderlijke versie van Johannes waarin hij op een subtiele manier duidelijk maakt dat de opstanding van Jezus een illusie is en dus vooral niet moet geloven.

Ik geef twee voorbeelden. In eerste voorbeeld is Johannes' verborgen boodschap dat Maria geen ontmoeting met Jezus heeft, maar slechts een stem hoort uit zijn graf en meent dat ze daar Jezus ziet: zij hallucineert. In het tweede voorbeeld gebruikt Johannes een schijnbaar onbeduidend detail om de lezer duidelijk te maken dat het graf van Jezus niets anders is dan het graf vanwaaruit Jezus Lazarus te voorschijn roept.

Voorbeeld 1: Maria hallucineert

In hoofdstuk 20.1-10 schrijft Johannes over het het bezoek van Petrus en "de andere discipel" aan het graf. Nadat deze zijn vertrokken zijn, staat een wenende Maria (nog) bij het graf waarin zij opeens 2 engelen ziet en vervolgens Jezus ontmoet.

Joh 20.11-18: (11)En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf. En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. En die zeiden tot haar: Vrouw! Wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat ze mijn Heere hebben weggenomen en ik weet niet waar zij hem gelegd hebben. En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts , en zag Jezus staan en zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zeide tot haar: Vrouw wat weent gij? Wie zoekt gij? Zij, menende dat het de tuinman was, zeide tot Hem: Heere, zo gij hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal hem wegnemen. Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester. Jezus zeide tot haar: Raak mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren naar de Hemel, maar ga heen tot mijn broeders en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader en tot mijn God en uw God. (18) Maria Magdalena ging en boodschapte de discipelen (..).

Aan het begin, in vers 11, spreekt Johannes over Maria en aan het eind, in vers 18, nadat Jezus Maria heeft toegesproken en deze naar de discipelen gaat om daar over te berichten, spreekt hij over Maria Magdalena. Daarvóór, in vers 1 en 2 spreekt Johannes ook van Maria Magdalena. Dit is de vrouw die 's ochtends vroeg het graf had bezocht en naar de discipelen liep om hen te vertellen dat steen was weggerold.

Joh.20.1-2 : (1) En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was naar het graf en zag de steen van het graf weggenomen. (2) Ze liep dan en kwam tot Simon Petrus en tot de andere discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: ze hebben den Heere weggenomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.

What's in a name?

Op het eerste gezicht lijkt het er weinig toe te doen dat Johannes afwisselend de naam Maria Magdalena resp. Maria gebruikt. De lezer zou uit de context kunnen begrijpen dat het om dezelfde vrouw gaat. Toch valt het op dat het fragment waarin Johannes het over Maria heeft, geplaatst is tussen de twee fragmenten waarin hij over Maria Magdalena als boodschapper spreekt. Eerst brengt zij als Maria Magdalena aan de discipelen het nieuws over het open graf, dan ontmoet ze als Maria de engelen en Jezus en tenslotte bericht ze weer als Maria Magdalena de discipelen over haar ontmoeting met Jezus.

De beschrijving van de vrouw Maria Magdalena en de vrouw Maria is zeer verschillende. Maria verkeert in een emotionele toestand, in tegenstelling tot Maria Magdalena die 'slechts' als boodschapper fungeert. Maria weent bij het graf en heeft verdriet. Johannes benadrukt dit door de engelen en de tuinman te laten vragen waarom ze weent en Maria zelfs te laten smeken het lichaam van Jezus terug te geven. Johannes maakt daarmee duidelijk dat Maria in een andere geestestoestand verkeert en zij 'engelen' ziet en 'Jezus' ontmoet terwijl die er in werkelijkheid niet zijn. Maria hallucineert. Deze boodschap van Johannes zit verborgen in 2 sleutelzinnen: "zij keerde zich achterwaarts" en daarna " zij, zich omkerende, zeide tot hem: Rabbouni".

"Raak me niet aan, want ik ben nog niet opgevaren naar mijn Vader"

Maria ziet eerst in het graf twee engelen (waarin zich zojuist de twee discipelen bevonden (!), maar dit terzijde). Vervolgens keert zij zich achterwaarts en 'ziet' de tuinman (Jezus) staan. Zij kijkt dus van het graf weg, in de richting van de tuinman (Jezus). Nadat deze haar heeft gevraagd waarom ze huilt - en zij heeft geantwoord, zegt Jezus (let wel: Johannes zegt niet de tuinman!) "Maria" waarop Maria zich weer omdraait en 'Rabbouni' roept. Ze hoort dus achter zich een stem, die niet van de tuinman afkomstig is, maar uit de richting van het graf komt. In de uitroep "Rabouni" klinkt niet de vreugde van de vrouw die haar meester weer ziet, maar de wanhoop van een vrouw die haar meester zoekt!

Omdat Maria zich twee maal heeft omgedraaid, kijkt ze nu weer in de richting van het graf. Vanuit die richting, dus vanuit het graf, spreekt Jezus onmiddellijk tot haar en zegt" "Raak mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren tot mijn Vader". Daarmee geeft Jezus vanuit het graf haar feitelijk te kennen: je kunt me niet aanraken want ik ben in mijn graf en (nog) niet verrezen. Dit verbod van Jezus hem aan te raken, is volslagen onzinnig als de tuinman Jezus zou zijn. Bedenk hierbij dat in de versie van Mattheus (28.9) de vrouwen Jezus wél mogen aanraken: zij 'ontmoeten' Jezus buiten het graf, als ze onderweg zijn naar de discipelen.

De verborgen boodschap van Johannes is dat Maria in haar emotionele toestand de realiteit uit het oog heeft verloren en daarom meent in het graf de engelen en Jezus te zien.

'Een boodschap van de Heer zelf'

Na deze hallucinatie komt Maria in vers 17 weer tot zichzelf en wordt door Johannes, zoals we zagen, weer Maria Magdalena genoemd. En net als alle bevlogen gelovigen die menen in een visioen 'persoonlijk met God te hebben gesproken' gaat ze 'het goede nieuws' vertellen.

terug naar boven

VERDER

TERUG

TERUG NAAR BEGIN

1 2 3 4 5 6 7 8 9

7

UITGEBREID HOME NOTEN TERMEN/NAMEN

Valid XHTML 1.0 Strict